Language switch

spatie

Music & Words | Gang Chenpa

Standaard artiest

Muziek uit het land van de sneeuw

Puuren zuiver. Helemaal zoals het tot veertig jaar geleden in Tibetgeklonken heeft. Zo willen Namgyal Lhamo, Kelsang Chukie Tethong enTobden Gyamtso van Gang Chenpa - ‘Mensen uit het land van de sneeuw’ -zingen.

 

In het huidige Tibet is dat vrijwel onmogelijk. Veertig jaar Chineseoverheersing heeft haar sporen nagelaten. Daarmee is het traditioneleTibetaanse repertoire in Tibet zelf in één klap obscuur geworden.
De generatie die de afgelopen decennia in Tibet is opgegroeid, kent detraditionele liederen niet meer van eigen horen, laat staan door zezelf te zingen. Traditionele instrumenten, zoals de dragnen - deTibetaanse luit - en de gyumang - een veelsnarig hakkebord - wordensteeds minder bespeeld.

Gang Chenpa bestaat uit Tibetaanse zangers in ballingschap. Dezusters Namgyal Lhamo (1956) en Kelsang Chukie (1957) kwamen als kindal naar India. Vanwege de betrokkenheid van hun vader bij het verzettegen de Chinese annexatie van Tibet, werden zij in de jaren zestiggedwongen hun geboorteland Nepal te verlaten. Tobden Gyamtso (1964)raakte eind jaren tachtig betrokken bij anti-Chinese demonstraties inde Tibetaanse hoofdstad Lhasa, werd gearresteerd en vluchtte beginjaren negentig naar India.

Namgyal, Chukie en Tobden ontmoetten elkaar in 1996 in Argentinië opde filmset van Seven years in Tibet. Hun zang is in sommige scènes opde achtergrond te horen. Tijdens het langdurig verblijf in Argentiniëen het vele wachten tussen de verschillende scènes herkenden Namgyal,Chukie en Tobden hun geestverwantschap.
Alle drie willen ze de traditionele Tibetaanse muziek levend houden.Niet als doel op zich. Niet omwille van de traditie zelf. Maar omdatje, zoals Namgyal het zegt ‘geen ander kostuum moet aantrekken voordatje weet dat je eigen kostuum je lekker zit.’ Ze zingen en spelenTibetaanse licht klassieke liederen zoals die gezongen werden tijdensfeesten en partijen. Ze zingen liefdesliederen, bergliedjes, liedjesdie gezongen werden tijdens het werk op het land of in de werkplaatsen.

Gang Chenpa put uit de eerste hand. Namgyal, Chukie en Tobden hebbenhun liederen en hun zangtechniek geleerd van mensen die voor 1959 inTibet vrijuit konden zingen en spelen. Namgyal en Chukie kregen inDharamsala les van grootheden uit de Tibetaanse traditie, zoals dezangleraren Lhutsa en Majalhama, die inmiddels beide zijn overleden. Zezingen en spelen op dit album zoals ze dat ook op een podium zoudendoen. Geen enkele stem en geen enkel instrument is dubbel opgenomen.Tijdens het zingen voeren ze dezelfde rituele dansen op als ze tijdenseen optreden zouden doen - dat hoor je misschien niet, maar je merkthet wel aan de timing, aan het gevoel waarmee gezongen wordt, aan dediepgang van de muziek.

Gang Chenpa vult de leemte met The voices of Tibet overtuigend. Vooralle muziekliefhebbers in de wereld. Maar vooral ook voor Tibetaanseoren - in het buitenland en zo mogelijk in Tibet zelf. Al zal datlaatste, gezien de politieke situatie, voorlopig nog een droom blijven.

spatie spatie spatie artiest